'dat alles gedaan is, wat gedaan moet worden. De materie is opgedragen aan den 3urgemeester. Deze aangelegenheid ie geheim en het is niet gewenscht, dat zulks "bekend wordt gemaakt. Noch in de rekening van 1930, noch op de begroo tingen van 1931 en 3-932, is hiervoor geld uitgetrokken. Ook niet bij wijzigingen. Wie heeft dat dan betaald, vraagt spreker. Minister Deckers niet, want die oordeelt, "dat de gemeentebesturen er voor moeten zorgen. Blijkbaar is er dus niets gedaan. Spreker betoogt aan de hand van citaten uit 11 ae Vrijzinnig Democraat 11 van J1 October en 1^- November 1931, noodzakelijk is, dat er iets gedaan wordt, waar deskundigen de gevaren als dreigend schilderen, gevaren veel en veel grooter dan die politie en oranèiweer tochten te voorkomen. Wanneer de Minister 100 millioen per jaar uitgeeft voor <s lands beveiliging, MïXMïgBXBKïSXKXJ&g moet hij eerst zorg dragen voor be veiliging der burgerbevolkingtegen zijn eigen beveili gingsmaatregelen. Waar de heer SPRENGER zich richt tot de heer Loer akker, vraagt deze Hebt U het tegen mij, mijnheer Spren- ger? Ik heb geen aandeelen in gifgasfabrieken. 11 De heer SPRENGER oordeelt, dat de Raad zich moet verzetten tegen een .dreiging als de bedoelde, wanneer Burgemeester en Wethouders het niet doen. Spreker vraagt antwoord van Burgemeester en Wethouders, waarom te dezer zake geen post op de begrooting is geplaatst. Bij het Hoofdstuk Volksgezondheid vraagt spreker voor schoolartsendienst een post pro memorie uit te trek- ken. Deze materie staat thans heel anders aan een jaar geleden. Het groote belang van een schoolartsendienst is hier sinds lang erkend. Het instituut in Noord-Brabant kan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 439