De heer 3RINKEF.HDF meent, dat, als er geen recht be
staat borden te plaatsen, dat ze dan maar worden weggenomen.
De heer SPRENGER zou het gewenscht achten proces-ver
baal op te maken om de kwestie op te helderen. Spreker
acht den toestand middeleeuwsch. Wanneer de overheid meent,
dat het noodig is, dan moet het kunnen.
Volgnummer ,57a.
De heer BRIIJKERROF vraagt óf het niet gewenscht is
ambtswoningen voor de veldwachters te bouwen."
De heer LOERAKKER meent, dat het meer de bedoeling is
een cvasten politiepost in te richten.
Volgnummer 60.
De heer BRINKERHOF zegt, dat naar aanleiding van den
brand bij de Sterhoeve is besloten vergoeding uit te keeren.
Spreker vraagt of dit is geschied.
De VOORZITTER zegt dat niet te weten; het is een
administratieve kwestie,
Volgnummer 6l.
t De heer SPREHQER merkt op, dat we in 1931 me,t be btand-
bluschmiddelen niets„zijn opgeschoten.
De VOORZITTER zegt, dat de brandbluschmiddelen worden
aangevuld, wanneer het noodig is,in overleg met Burgemeester
en Wethouders,
Volgnummer 62.
De heer BRIRKERHOF zegt, dat een post van f. 25.- per
maand is geraamd voor plaatsing van de brandspuit. Spreker
vraagt of niet beter een vaste plaats kan worden aangewezen.
De VOORZITTER zegt, dat de brandspuit bij een brand
meester staat, die er uitstekend voor zorgt. Het is gedaan
voor de veiligheid der ingezetenen.
Volgnummer
r
f
C