De heer VAN MISRLO zegt, dat de Raad een poet in inkomsten moet aanwijzen, wanneer tot de uit gave wordt besloten. Straks komt nog een uitgaaf van f. waarvoor ook middelen moeten ge zocht worden. De heer VAN BWOL stelt, ondanks de geopperde bezwaren, toch voor een kerstgave te doen. De heer BRINKERHOF stemt van harte in met het voorstel. Het Rijk geeft'toestemming tot het ver strekken van kerstgaven. Het ligt op onzen weg dat goede Voorbeeld te volgen. De Kerstdagen kunnen dan in eenigszins blijder stemming worden doorgebracht. De begrooting kan geen groot be zwaar zijn en de eischen zijn billijk. De VOORZITTER is van oordeel, dat er gezinnen zullen zijn, die er veel erger aan toe zijn. De heer LOERAKKER acht het verzoek ontijdig. Het verzoek had eerder moeten gedaan zijn, Bur gemeester en Wethouders hadden het onder de oogen moeten kunnen zien. Wanneer de gemeente zich daar op begeeft, bevindt ze zich op een gevaarlijk ter rein. Spreker noemt vervolgens eenige praktische bezwaren. We moeten niet vergeten, dat we een regeling hebben, waarin het Rijk niets betaalt. De werklieden krijgen de volle uitkeering voor de kerstdagen. In meerdere verordeningen wordt de betaling voor d£e dagen stopgezet. Het parti culier initiatief moet voorgaan. De Christelijke vakvereenigingen te Breda laten lijsten circu- leeren. De gemeente wordt gedrongen op een ter- ling, welke met gelijksoortige gemeenten kan concureeren. Jc ..J ha na i o rein, dat niet het hare is. We hebben een rege-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 470