De heer BRINKERHOF merkt op, dat het loon inmiddels is ge daald tot f 25.- per week De heer VAN MIERLO zegt, dat Burgemeester en Wethouders he' verzoek^om advies -woog- hebben gezonden naar de commissie De heer BRINKERHOF zegt, dat de bedoelde persoon f 12 kost geld moet betalen en f 3 voor reiskafcen Bovendien wil hi gaan trouxven De heer LOERAKKER merkt op, dat Burgemeester en Wethouders ondanks het advies der Commissie, het verzoek heb oen afge wezen Luijkx is daardoor twee weken uitgesloten Wannee dit ten onrechte mocht zijn geschied, zou het alsnog vergo moeten worden Ten aanzien van het andere geval, hetwelk van Welt betreft merkt de heer van Mierlo op, dat dat geen kostwinner en gei kostganger is Hij kan noch voor de eene zaak noch voor di andere categorie in aanmerking komen De heerBRINKERHOF zegt, dat de Commissie/ran oordeel was, di van Welt kostganger was De heer VAN MIERLO is het met deze opvatting niet eens De heer BRINKERHOF zegt, dat van Welt reeds 26 jaren j&iet die vrouw samenwoont Van Welt heeft nooit steun genoten Spreker is van oordeel, dat hij moet worden beschouwd als kostganger De heer LOERAKKER merfct op, dat het een moeilijke kwestie Voor beide opvattingen is wat te zeggen De Commissie hee die man beschouwd als kostganger; we kunnen het bestaan vai dien man niet ontkennen Het gaat over het advies van de Commissie De Commissie adviseert steun te verleenen en Burgemeester-en Wethouders nemen het advies niet aan De verantwoordelijkheid rust dan op Burgemeester en Wethouder!

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1931 | | pagina 497