tweede, lat de rustige ligging betreft, in Den Haag
staan lokalen, die van alle zijden zijn omringd door
strat en.
In stemming wordt gebracht de vraag of al dan
niet een gymnastieklokaal zal worden geb/ouwd.
Met algemeene stemmen wordt besloten geen gymnae
stieklokaal te bouwen.
Tegen stemden derhalve de heeren: Van Gestel;
Brinkerhof; Van Nooten; Loerakker; Verdaasdonk; Brou
wers; Rijpaart; Kuijsten; Van Eijl; Oomen^ Rops; de
Hoon en Van Mierlo.
De heer BRINKERHOF vraagt of het hoofd van de
school is gehoord en de commissie van Toezicht op
het lager onderwijs en of de Raad daar nu over moet
beslissen.
De VOORZITTER zegt, dat de Inspecteur is gehoord.
De heer VAN MIER.LO vraagt of de Inspecteur, de
Schoonheidscommissie en het Hoofd der school beide
plannen hebben gezien. Aan de hand van de uitgebrachte
adviezen, kan dan een beslissing worden genomen.
.De VOORZITTER ,zegt, dat het plan is goedgekeurd.
Moeten we nu nog eens laten goedkeuren. Als de Raad
het wenscht, da^.is het spreker goed.
De VOORZITTER brengt in stemming de vraag of het
punt zal worden aangehouden.
Met tien tegen drie stemmen wordt besloten het
punt niet aan te houden.
Tegen aanhouding stemden de heereh: Van Noot en;
Loerakker, Verdaasdonk; Brouwers; Rijppaaxt; Kuijsten;
Va.n^Eijl; Oomen; Rops en de Hoon.
foox aanhouding stemden de heeren: Van Gestel;
Brinkerhof