De heer BRINKERHOF merkt op, dat in het contract
tusschen het Gemeentebestuur en het Kerkbestuur ver-
meld staa.t, dat de gemeente het huis moet afbreken en
dat er een muur van k meter* moet blijven staan. In het
orae-advies werd echter voorgesteld, dat het Kerkbe
stuur de woning zou afbreken. De afbraak door de ge
meente brengt lasten mee, waardoor de bate van de op
brengst der materialen voor de gemeente verloren
gaat. Op het oogenblik is daar nie'te meer aan te doen,
doch spreker wenscht toezegging, dat Burgemeester en
Wethouders in de toekomst rekening zullen houden met
de wenschen van den Raad.
De heer VAN MIRRLO meent, dat hier een misverstand
bestaat. Het is altijd de,bedoeling geweest, dat de
gemeente het huis zqu afbreken en dat de afbraak zou
komen ten.voordeele der gemeente,.
De heer SPRENGER meent, dat de meening van den
heer Brinkerhof hoogst zonderling is. Spreker ver
baast zich echter noqit over hetgeen hij hier tegen
komt.
De heer VAN MIERLÓ zegt, dat inderdaad heel gewoon
is, wat hier gebeurt, 't Zou onzin zijn, wanneer het
Kerkbestuur deed afbreken en de afbraak aan de gemeen
te aanbood; dat kan nooit de bedoeling zijn geweest.
De heer SPRENGER zegt, dat de gemeente koopt, af
breekt en de afbraak te haren voordeele verkoopt,
De VOORZITTER zegt, dat het huis voor afbraak ver
kocht wordt en dat de opbregst voor de gemeente is.
Goedkeuring d. 3esluit van Gedeputeerde Staten van 6 Mei
overname weg
Bieberglaan. 1931 G, No. 20, houdende goedkeuring van het
Raadsbesluit van 2 April 1931 "tot overname van een weg