11 prijsopgave. Op 18 November 193^ is bericht, dat de gemeente den koolasch wilde koopen voor f,0,60 11 per M3. De koolasch is niet gegund. 11 De heer VAN GESTEL trekt het antwoord op de eerste vraag in twijfel. Wanneer men ergens bezig is, hoe kan dan de/ geregelde gang van werkzaamheden noodig maken, dat men naar elders gaat. Wanneer echter het hoofd van dienst van openbare werken daarin de opperste leiding heeft, is er niets aan te doen. De VOORZITTER zegt, dat er geen sprake is van opper ste leiding; de opzichter heeft het toezicht. De heer OOMEN zegt, dat waterloopingen werk ople veren voor den zomer en de straten winterwerk. Alles wordt met den opzichter besproken; er is geen sprake van onwil. Er moet ook rekening worden gehouden met de rijkssubsidie. De heerVAN GESTEL merkt op, dat deze kwestie al een jaar hangende was, toen de heer Oomen wethouder werd, Het antwoord op de derde vraag begrijpt de heer VAN GESTEL niet. Spreker merkt uit het antwoord op, dat Burgemeester en Wethouders niets van de kwestie weten. Spreker heeft het strookje grond den heer Oomen aangewezen. De heer OOMEN MgX licht toe, hoe de zaak zich heeft toegedragen. Hij verklaart, dat hij op de hoogte was van de zaak. De heer BRINKERHOF vraagt, of dan Burgemeester en "Wethouders niet op de hoogte waren. De heer VAN GESTEL begrijpt dan het antwoord nog minder. De VOORZITTER zegt, dat die eeuwige verdachtmakin gen hem tegenstaan. De ooeichter geeft geen stukken gppnd. C

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 72a