grond weg.
De heer "VAN GESTEL zegt, dat Burgemeester en Wethou
ders het geval niet schijnen te kennen. Spreker wijst
'er op, dat ter plaatse een haag op gemeentegrond staat.
Het antwoord op de vierde vraag "bevredigt den heet
van Gestel.
Naar aanleiding van het antwoord op de vijfde vraag
bespreekt de heer VAN GESTEL den aankoop van koolasch.
Het heeft er volgens ppreker allen ^ijn van, dat alles
wordt gedaan om den aankoop v'an koolasch tegen te wer
ken.
De heer BRINKERHOF vindt het niet juist, dat, wanneer
wordt ingeschreven voor koolasch en de prijs gaat om
hoog, danjmaar niet geleverd wordt.
Spreker merkt op, naar aanleidirig van het antwoord op
de zesde vraag, dat Burgemeester en Wethouders f. 0.60
durven te bieden voor koolasch. Het heeft niet den
schijn, maar de daad, dat de heele kooiaschaankoop ver
doezeld wordt. De heer van Gestel wordt met een kluitje
in het riet gestuurd.
De heer OOIEN wil den Raad een beeld geven van de
kwestie. Spreker is de koolasch aan+het station gaan
bezichtigen, doch de gruis, die er lag, was te fijn.
Dat is de waarheid. Op 13 November is ingeschreven naar
koolasch. De gunning is gedaan op 4- December. Aangezien
er nog al wat tijd was verstreken en de prijs inmiddels
was gestegen, heeft dé inschrijver ontheffing van de
inschrijving verzocht. Burgemeester en Wethouders heb
ben' toen gemeend, dat het onredelijk zou zijn de op-
dxacht tot levering alsnog te verstrekken.
De heer VAN GESTEL zegt, dat in dat geval de
schuld