11 de geloofsbrief met. bijbehoorende stukken te
worden onderzocht door een daartoe door den Raad
aan te wijzen Commissie van drie leden.
De vergadering kan inmiddels worden geschorst.
De VOORZITTER stelt voor, ingevolge artikel 1 van
het Reglement van Orde voor de vergadering van den Raad,
een commissie te benoemen om den geloofsbrief van den
heer C. van Rinsum te onderzoeken. Spreker stelt voor
tot leden dier commissie te benoemen de heeren Braakhuis;
Loerakker en Hops.
De Raad gaat met dit voorstel accoord. De benoemden
verklaren zich tot het onderzoek staande de vergadering
bereid.
De vergadering wordt inmiddels geschorst.
Ia het onderzoek van den geloofsbrief wordt de
geschorste vergadering heropend.
De VOORZITTER verzoekt de commissie verslag uit te
willen brengen.
De heer BRASKHUIS deelt namens de commissie mede,
dat de geloofsbrief met bijbehoorende st.ukken in orde
is bevonden. Hij stelt voor den geloofsbrief goed te
keuren en den heer C. van Rinsum als lid van den Raad
toe te laten.
De VOORZITTER vraagt of een der leden bezwaar
heeft tegen den ingezonden geloofsbrief met bijbehoorende
smukken.
Geen der leden heeft daartegen bezwaar, zoodat de
geloofsbrief van den heer Van Rinsum door den Raad in
orde wordt bevonden en zonder hoofdelijke stemming wordt
goedgekeurd.
2. Toelating