Toelating 2. Toelating als lid van den Raad van
C. van Rinsum.
den heer C. van Rinsum.
Het praeadvies vermeldt hieromtrent het
navolgende:
11 Wanneer de geloofsbrieven van den heer C. van
11 Rinsum door de Commissie zijn onderzocht, kan
de geschorste vergadering worden heropend en
de Commissie verslag uitbrengen van haar bevin-
dingen,
De Raad kan hierna eene beslissing nemen om-
11 trent de toelating van den heer C. van Rinsum."
De VOORZITTER stelt hierna voor, in overeenstem
ming met de commissie van onderzoek van den geloofs
brief, den heer C. van Rinsum als lid van den Raad
toe te laten.
Geen der leden heeft daartegen bezwaar, zoodat
de h&er C. van Rinsum zonder hoofdelijke stemming
als lid van den Raad wordt toegelaten.
Beëediging 3» Beëediging van den Heer C. van Rinsum
g. van Rinsum.
als lid van den Raad.
Het prae-advies hieromtrent luidt als volgt:
Aangezien de heer J.W. Sppenger wegens ver-
11 trek uit deze gemeente heeft opgehouden lid
van den Raad te zijn, bevat artikel 19 der
Gemeentewet naar onze meening geen beletsel
tegen het zitting nemen van den heer C. van
Rinsum.
Indien de heer C. van Rinsum tot Lid van den
Raad. wordt toegelaten bestaat er o.i. geen be-
11 zwaar, dat onmiddellijk tot beëediging wordt
11 overgegaan. De
3 A i j 1 O 11 j u l IS 113 d 7 '3