ting te zien toegepast en zal hier nog op
XyV üDTuW JL99W
terugkomen.
De heer BRINKERHOF is van oordeel, dat
het werkliedenreglement allereerst behoort
te worden gewijzigd, opdat de Raad de bevoegd
heid krijgt de loonen der losse werklieden te
bepalen.
De heer PIJNAPPEL is bereid een voorstel
daartoe te steunen.
De heer BRINKERHOF doet noodgedwongen een
C
voorstel tot wijziging van het werkliedenreglement,
J
De/rheer VAN MIERLO wijst er op, dat het
voorstel thans niet in behandeling kan worden
gebracht, wijl daarover eerst de Oommissie voor
Georganiseerd ©Verleg zou moeten worden gehoord.
Het kan ook thans niet in stemming komen, wijl
v'! O 8 3.' -.'U JLTü k> iiS
daardoor meerdere bepalingen van het rgglement
4 *-
uit haar verband zouden kunnen worden gerukt.
De heer BRINKERHOF blijft voorstander van
wijziging van het werkliedenreglement.
lat er gebrek 28. De heer KESSEL merkt op, dat
bij brand."
bij den laatsten brand te
Heusdenhout geen water was voor de blussching;
hoewel hij hulde brengt aan de brandweer.
jaar geleden zijn. reeds brandkranen toege
zegd.
De VOORZITTER dankt voor de hulde aan de
brandweer. De brandkranen komen; dat is in
bewerking.
r: -< i n v i. 3 3 uv.o -
29. De
•K
■k
i- - v- - -i- KJ i.i J.
-
U v