Aangezien de- begrootrng is behandeld door
den geheelen Raad^zijn wij van oordeel, dat
de besprekingen van de volgnummers behooren beperkt
te blijven tot die, welke in het Centraalrapport
der afdeelingen en in ons antwoord daarop
worden vermeld.
Naar aanleiding van hetgeen omtrent volgnummer
217 is medegedeeld, kan nog worden opgemerkt,
dat een bericht van het Bestuur der Toynbee-
vereeniging is overgelegd.
Indien de Raad accoord gaat met onze voorstel-
len ten aanzien van het heffen van belastingen,
waarvan sprake is onder volgnummer 248 en 249,
cbehoort tot het vaststellen van de betrekkelijke
verordeningen te worden overgegaan.
Wij stellen voor de verordeningen tot het hef-
fen van opcenten op de hoofdsom der grondbe
lastingen volgn, 248 en op het heffen van
opcenten op de hoofdsom der personeele belasting
(Volgn. 249) te wijzigen en het aantal opcenten
0
op de hoofdsom der XXSggHSKXI&gXXKg grondbelas
ting gebouwde eigendommen vast te stellen op
80 en het aantal opcenten op de personeele
belasting op 70.
Ontwerp-verordeningen daartoe zijn overgelegd.
Wijl deze wijziging in werking moet treden met
ingang van 1 Januari 1933 en daarop de Koninklij
ke goedkeuring nog behoort te worden verkregen,
kan het vaststellen der verordeningen niet worden
uitgesteld.
De verschillende verzoeken om subsidie zijn mede
ter inzage gelegd. In ons antwoord op het centraal
rapport
4.
ie