Volgnummer 12,
Presentiegeld van de leden van den Raad.
De heer LOERAKKER kan er zich niet mee vereenigen,
waar op de salarissen van het personeel is gekort, dat
het presentiegeld onverkort gehandhaafd blijft. Spre
ker wil op het presentiegeld 20 Forten en dit bren
gen van f. 5.- op f. 4-.- per vergadering. Het is de
konsekwentie van het raa&slidmaatschap, dat er kosten
zijn. Spreker gelooft, dat het plicht is, dat er kor-
ting komt»
De heer VAK GESTEL zegt, dat bij de korting op de
salarissen van de ambtenaren is gesproken van het
moreel effekt. Dit geldt ook nu en daarom wil spreker
het voorstel van den heer Loerakker steunen»
De heer BROUWERS steunt eveneens het voorstel.
c
De heer BRINKERHOF wil er iets op zeggen. Wan
neer spreker het voorstel leest, staat hij daar
niet tegenover. Als het geldt als bezuiniging voor
de gemeentehuishouding, dan moet dat op andere
posten bezuinigd worden. Als het alleen gaat over
dezen post, is spreker daar tegen. Spreker wijst er
op, dat de arbeidersafgevaardigden derving hebben van
daggeld en daarom is f. niet te veel.
De heer VAN SWOL zegt, dat hij zelf zijn boontjes
wel zal doppen,
De heer KESSEL zegt, dat het niet gaat om de hoe
grootheid van het bedrag, doch om het moreel effekt.
Het gaat niet aan, wanneer we ffleer moeten korten op
de salarissen en loonen,dat het presentiegeld onge
wijzigd blijft.
Hierna wordt tot stemming overgegaan.
De heer Van Swol wordt bij loting voor den duur
der