/2^.
De Raad besluit den post pro memorie uit te
trekken.
De beer LOERAKKER verzoekt aanteekening te hebben
tegengestemd.
Volgnummers 203 en 205.
Subsidie O.h. Vrouwe Lyceum.
De heer BRAAKHUIS zegt dit punt te hebben nagegaan.
Uit het door hem ingesteld onderzoek is hem gebleken,
dat het lyceum op schromelijke wijze tekort wordt ge
daan. De verhouding tusschen de kosten van het lyceum
te Breda en die van het openbaar gymnasium en de open
bare hoogere burgerschool te Breda zijn totaal zoek.
In 1931 is door deze gemeente voor iederen leerling
aan het lyceum een subsidie verleend, van ruim f, ^6,-.
De kosten van het gymnasium te Breda hebben per leer-
ling f» 28^.64- bedragen en van de hoogere burgerschool
f. 1^6.22 per leerling. Op 15. December 1931 waren op
de H.B.S, leerlingen uit Ginneken en op het gymna
sium 20. Op het lyceum waren er 13. We staan voor de
vraag van de financieels gelijkstelling van het bij
zonder met het openbaar onderwijs. De verhouding tusschei
het openbaar lager ouderwijs en van het bijzonder lager
onderwijs is, dat 37»! i* ö.®- leerlingen openbaar onder
wijs genieten tegenover ongeveer 62,9 die het bij
zonder onderwijs volgen. De geest van onze bevolking
gaat naar het bijzonder onderwijs. Het bijzonder onder
wijs gaat steeds in stijgende lijn. Het christelijk
deel van ons volk brengt groote offers voor het middel
baar en voorbereidend hooger onderwijs. Het onderwijs
moet doortrokken zijn van de christelijke beginselen.
Spreker zou zijn katholieke medeleden willen wijzen