28» De heer 3RINKERH0F acht de schoonheidscommissie in haar tegenwoordige samenstelling absurd. Beide architec ten zijn belanghebbenden. Spreker acht aansluiting bij den Bead Heemschut gewenscht. Burgemeester en Wethouders zouden een ondersoek daarnaar kunnen instellen. De sa menstelling der commissie bevalt spreker in geenen deele De VOORZITTER merkt op, dat Heemschut de plaatselijke toestanden niet kent en dus geen rekening kan houden mat de omgeving. Spreker gelooft niet, dat er klachten bestaan tegen de personen van de architecten, De heer BRINKERHOF zou een onderzoek naar de kosten bij Heemschut willen zien ingesteld. De VOORZITTER-vraagtwat we daar mee opschieten. Een vrijblijvende vraag zullen»we met pleizier doen. De heer LOERAKKER wil een woord van lof brengen aan de schoonheidscommissie. Ze verricht goed werk. Ten aanzien van dë personen zullen we steeds op moeilijk heden: stuiten. Spreker onderschrijft het bezwaar van den Voorzitter tegen Heemschut geheel. Spreker ont raadt aansluiting bij Heemschut. De heer SAVENIJE vraagt den heer Brinkerhof, welk bezwaar, deze heeft tegen architecten, die hier wonen. Het heeft toch geen bezwaar,» dat zij hun eigen werk moeten beoordeel en. Ze moeten hun taak toch kennen en ze zullen wel zorgen, dat hun eigen werk in orde is. Waarom zouden ze iets indienen, dat ze bij een ander zouden afkeuren? In andere plaateen is het precies het- zelfde. Spreker voelt het bezwaar van den heer Brinker- hcf niet. De heer BRINKERHOF zegt, dat ae heer Savenije heel goed w(eet, hoe architecten staan tegenover bouwkundigen, die geen architect zijn. Architecten moeten steeds architecten -* Jr

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 135