Bespreking '4-1. Boor den heer Kessel is een schriftelijk
Kessel» i
verzoek ingediend om een interpellatie
te mogen houden.
De VOORZITTER verleent den heer Kessel het woord.
De heer KESSEL zegt: Mijnheer de Voorzitter, het
zij mij dan vergund een korte interpellatie te houden,
in verhand met de in de laatste vergadering behandelde
gemeente-begrooting en wel in hoofdzaak met datgene,
dat onder de volgnummers 203 205 besproken ge
worden, namelijk 'de subsidie-aanvraag voor het 0.L.V»
Lyceum. Alvorens echter hiertoe over te gaan, wilde
ik eerst het Raadsverslag, voorkomende in het Dagblad
van IT oer d-Br ab an t van 25 November j.l. aan eenige
critiek onderwerpen. Volgens voormeld verslag, zouden
de 4- R.K. Raadsleden, die tegen subsidieverhooging
hebben gestemd, niet weten wat het zeggen wil, R.K.
Gemeenteraadspolitiek. Als souden zij vergeten zijn,
wat er staat in dat kleine boekske, t welk men cate
chismus noemt. Als zouden zij vergeten zijn, wat er
staat in artikel ^5 8.er Gemeentewet God tot getuige
te hebben geroepen het gemeentebelang te dienen zonder
meer. Als*zouden zij geen onderscheid weten te maken
tusschen gèld en principe. Want een principe om het
geld is een'Judasprincipe. Het zij mij dan verder ver
gund, Mijnheer de Voorzitter, even den sluier op te
0
lichten, opdat voor den oningewijde het volle licht
strale over deze hieroglieve beteekenis. Ik stel er
geen prijs meer op lid te zijn eener fractie, waar men
naar
misschien wel zijn vrije meening mag zeggen, maai* daar
handelen, hierachter plaatse men een groot vraagteeken.
Ik stel er geen prijs meer op lid te zijn eener frac
tie, waar gevoerd wordt een/autocraticshe dictatorale
egoistische