De heer VAN MIERLO sect, dat de heer Brinkerhof
.L -
U
dan openlijk verklare, hoe hij over de houding van
zijn partijbestuur denkt.
De heer VAN GESTEL wenscht den heer Braakhuis op
zijn woord van eer niet te gelooven. Hij kent hem uit
de fractie in zijn onbeleefd en dwingend optreden.
De heer BRINKERHOF vraagt den heer Braakhuis als
man van eer ook de meening van anderen te respecteeren
en de woorden van anderen niet aan de verdachtmaking
prijs te geven. Wanneer het de slechtste vruchten
zijn, waaraan de wespen knagen, dan moet spreker wel
een heel bijzondere vrucht zijn, want aan hem knagen
14- wespen. Wat de heer Van Mierlo zegt, heeft er wei-
nig mee te maken; 't gaat hier over de dictatuur-
Braakhuis in de fractie. De kwestie van de Amsterdam-
sche Wethouders heeft door de heele pers gecirculeerd
en is algemeen bekend. Er is voor en er is tegen,
Henri Polak heeft in de vergadering gezegdl Ik moet
de begrooting sluitend maken. Spreker geeft Polak
gelijk. Het is er hier maar om te doen het medelid
Brinkerhof aan de kaak te stellen. Het is den heer
Van Mierlo echter niet gelukt. Brinkerhof staat nog
even fier als voorheen»
De heer LOERAKKER merkt op, dat het hier een
kwestie betreft, welke alleen de fractie aangaat. Die
kwesties hooren in den Raad niet thuis. Laat se een
»e
openbare vergadering beleggen voor de kiezers. Wat
c
spreker verwondert heeft,dat is vooral, dat de heer
Brinkerhof er zich mee gemoeid beeft. Wanneer de heer
Brinkerhof spreekt van eerbied voor eens anders mee-
ning, dan moet hij niet steeds sarcastisch lachen,
wanneer een ander wat zegt. De heer Brinkerhof kijke
eerst
J 9
c
t
A
K