A
3» Bi0 afwezigheid of ontstentenis van den Voor-
zitter wener Commissie wordt deze, behoudens
het bepaalde in cle volgende zinsnede, als lid
en Voorzitter vervangen door een der andere
leden van het College van Burgemeester en Wet-
houders, door dat College aan te wijzen. Indien
evenwel ingevolge de vorige zinsnede de Burge-
meester als Voorzitter wordt aangewezen, ver-
bangt deze den afwezigen Voorzi-Jrfcer niet als
lid 11
De heer BRAAKHUIS wijst er op, dat de commission van
bijstand, waarvan de. Burgemeester Voorzitter is, slechts
uit vier leden zullen bestaan, wanneer het voorstel wordt
aangenomen. Spreker .acht dit niet gewenscht met het oog
op de mogelijkheid van staken van stemmen. Het is spreker
bekend, dat in de verordening een artikel voorkomt, waar
in is bepaald, dat bij staken van stemmen het nemen van
een besluit tot een volgende vergadering wordt uitgesteld,
doch er kunnen zaken zijn, die geen uitstel lijden. Spre
ker acht het niet gewenscht, dat het getal der leden even
is.
De heer SPRENGER acht het bezwaar meer theoretisch
dan praktisch. Spreker wijst er op, dat bij Gedeporteerde
Staten een reservelid is; hij vraagt of dat hier ook niet
kan worden toegepast.
De heer LOERAKKER kan zich volkomen vereenigen met
het voorstel van den heer Braakhuis. Spreker vraagt of
het tweede lid niet kan vervallen.
De heer VAN MIERLO wijst er op, dat Burgemeester en
Wethouders in den loop van het jaar een veraüdering kun
nen brengen in het Voorzitterschap. Wanneer voor eene
Commissie
T