waar kunnen maken, wat hij zegt» Hij &eeft de verzeke- ring, dat het niet waar is. De heer Brinkerhof zegt/ dit alleen om stemming te maken en al wat hij zegt is absoluut gelogen. De voorzitter van Ginnéken- Vooruit wil de vereeniging laten insmelten met Breda- Vooruit, daarom heeft spreker groot bezwaar tegen den voorzitter. Tegen den heer van den Berg heeft hij niets. De verkiezing van het bestuur van Ginneken- Vooruit had niet sprekers sympathie. Een ander bestuur wordt aan den dijk gezet, bmdat het niet naar den zin is van enkele heeren. De heer Brinkerhof liegt, alsof het gedrukt staat. Hij moet niet zeggen, wat niet waar is en geen stemming trachten te maken met leugens. De heer BRINKERHOF antwoordt, dat hem verklaard is, dat de voorzitter afi moet treden. Is men welgevallig bij den Burgemeester, dan komt het op z'n pootjes terecht; is men dit niet, dan moet men er uit. De heer VAN MIERLO meent, dat nu als het ware een blaam wordt geworpen op het college. Wanneer een ver- eeniging komt om subsidie, moet eerst worden overge legd een begrooting en een rekening. Door overlegging van een program moet men kunnen zien, waaraan de subsidie wordt besteed. Sprekers persoonlijke meening is het, dat het aantal leden en het contributie-bedrag moet worden opgegeven. Omtrent dit verzoek zal in de eerstvolgende vergadering worden beslist. Spreker is voor subsidie voor Ginneken-VooruitHet zou vertroebe- ling wekken, wanneer men nu hiervoor een stemming ging houden. Spreker is van raeening, dat, wanneer dit punt een vergadering wordt aangehouden, de ver eeniging niet heeft geleden. De heer VERDAASDONK gaat hiermee accoord, wanneer de ■t*

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 50a