De heer BRAAKHUIS is uitermate verbaasd, dat,
nadat de Raad een besluit genomen heeft, de bewoners
nogmaals komen met een verzoek. De Raad heeft een be
sluit genomen en nu gaat het niet aan, dat de Raadhuis-
straatbewoners met een adres terugkomen. Spreker stelt
voor het adres voor kennisgeving aan te nemen,
De VOORZITTER vreest, dat, wanneer de panden afge-
broken zullen zijn, het terrein open zal liggen. Men
denkt, dat de waarde der panden daardoor zal worden
verminderd. Spreker moet opkomen voor de bewoners der
Raadhuisstraat. Het zijn geen denkbeeldige bezwaren,
welke zijn aangevoerd. Sommigen hebben gezegd, dat ze
hun huis zullen verlaten.
De heer BRAAKHUIS meent, dat de toelichting van
den Voorzitter het adres niet gunstiger maakt. De Raad
heeft nu eenmaal een besluit genomen en aanvaardt de
consequentie^ van zijn besluit. Men laat zich op deze
wijze niet dwingen. Wanneer er een voorziening getrof
fen moet worden, zal de Raad zijn medewerking niet wei
geren.
De VOORZITTER deelt alleen mede, wat hem gezegd
is en moet opkomen voor de bewoners van zijn eigen
straat.
De heer cVERDAASDONK heeft kennis genomen van het
adres en het heeft hem buitengewoon genoegen gedaan, d
de bewoners met dat adres zijn gekomen. Misschien was
er met weinig kosten nog een dak op te leggen geweest.
Wanneer alles afgesloten wordt met planken, zal het
den boel zeer ontsieren. Spreker zou graag aan het ver
zoek willen zien voldoen.
De heer LOERAKKER is het grootendeels met den
heer Braakhuis eens. De bewoners moeten vertrouwen heb
ben
C
x