ren
tor
uit-
rorde-
e ge-
ng
ngen
50 Juni 1953.
4.
ssen
men-
oen
BIl
moodig,
Ingaat j1
sstelde
j ex
ming
ïii is
van
.erlei
>t ver-
mag
Mark
daar
ver-
De
De heer BRINKERHOF wil alleen het eerste gedeelte van
artikel 12 zien opgenomen.
De heer VAN jGESTEL meent, dat, wanneer de heer Brinker-'
hof zóó ver wil gaan, men ook bij een erf kan gaan zwemmen,
dat ,zou zeker zoo erg zijn. Wanneer in de toekomst behoefte
zou bestaan aan zwemgelegenheid, zou aan Burgemeester en
Wethouders vergunning kunnen worden gevraagd. Wat de heer
Brinkerhof voorstelt is te ver-strekkend/.
,De heer BRINKERHOF waarschuwt den Raad met het oog op
i
de pensiongasten. Hij zou de verordening willen houden tot
de zweminrichting bij de, wielerbaan er is.
De VOORZITTER zegt, dat er bij de %rk omwonenden zijn,
die zich den heelen dag kunnen ergeren aan de ongerechtig
heden.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt door
den Raad zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De heer BRINEERHOF verzocht aanteekening, dat hij tegen
heeft gestemd.
en
De voorgestelde ontwerp-verordening betreffende het
zwemmen worden door den Raad vastgesteld.
Het tweede gedeelte der verordening wordt nu in behan
deling genomen.
De heer :BRINKERHOF vraagt naar aanleiding van het prae-
advies, of het de bedoeling is het plaatsen van voertuigen
op even of oneven dagen, of dat het de bedoeling is sommige
handelswagens uit de gemeente te weren.
De VOORÏITTER antwoordt, dat dit mütief niet voorzit
bij de voorgestelde wijziging.
r
Het voorstel,van Burgemeester en Wethouders wordt zonde'
hoofdelijke stamming aangenomen.
De voorgestelde verordening wordt vastgesteld; ze zal
in