30 Juni 1933.
13-
Door den Gemeente-secretaris is, daartoe aange
zocht, een nota uitgebracht, hoe naar zijne meening,
na de verplaatsing van het archief en na4 de ver
plaat seing van de diensten van openbare werken en
bouw- en woningtoezicht, het gemeentehuis het
meest praktisch voor den gemeentedienst zou kunnen
worden ingericht.
De door hem uitgebrachte nota is overgelegd, als
mede een rapport van de Raadhuiscommissie, die
zich met het plan #an vereenigen.
Door den gemeente-bouwkundige is een begrooting
van de kosten opgemaakt. De totale kosten volgens
die begrooting bedragen f. 1810.-, nadat daarin
enkele vergissingen zijn hersteld. Het totale cij
fer in de nota van den secretaris is inverband
hiermede ook gewijzigd. Bij dit bedrag is geen re
kening gehouden met het aanbrengen vaneenige ver
beteringen aan de Raadzaal, terwijl daarin ook geen
post voor onvoorziene uitgaven is opgenomen.
Wij kunnen ons in het algemeen met den opzet ver
eenigen. Het komt obs echter voor, dat, althans
zécer voorloopig, niet moet worden overgegaan tot
het aanbrengen van een brandvrije klaifc in de
tegenwoordige kamer van den secre&&ris voor de
bewaring van de registers van den burgerlijken
stand. Wij zijn van oordeel, dat die voorloopig
zouden kunnen bewaard worden, zooals het thans
het geval is. Weliswaar zijn die registers dan
niet brandvrij opgeborgen, doch dat is ook thans
niet het geval.
Nagegaan kan worden of die zouden kunnen worden
bewaard
