Verg, 21 geut, 1933.
'K
>or
>uders
het
i Ulven-
ili jke
•ere enige11»
De
De heer BRINKERHOF gaat uit van een geheel ander stand-
punt dan de heer Van Mierlo en zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter. In de eerste plants dank aan de
Commissie voor hun tijdig en grondig onderzoek in de onwet
tige handelingen van het R.K. Schoolbestuur te UIvenhout.
Voor de voortvarendheid in deze kwestie kan ik Burgemeester
en Wethouders evenwel niet prijzen. Het rapport is 11 Septem-
ber ingekomen en -lans is het 21 September, dus 10 dagen zijn
er verloopen en prae-adviseeren Burgemeester en Wethouders
het hun in handen te geven tot een nader onderzoek. Schijn-
baar is er door Burgemeester en Wethouders tot heden nog niet
het minst gedaan om eenige opheldering in deze zaak te krijger
althans de commissie was tot gisterenavond nog niet hierover
gehoord.
Wanneer het volle ernst was bij Burgemeester en Wethouders,
dan hadden wij thans reeds een volledig prae-advies kunnen
hebben. Het onderzoek was toch geschied door een officieel
lichaam? n.l. door de Schoolcommissie,
Ik heb de ervaring, dat, wanneer het een andere instelling
of persoon betrof, Burgemeester en Wethouders grootere acti-
viteit aan den dag legden en deze binnen enkele dagen een
beslissing of besluit namen of dat zij de persoon in kwestie
ter verantwoording riepen of straften.
En nu de zaak zelve.
De bevolking van de bijzondere school schommelde dit jaar
bij de eerste drie tellingen zoo om het gemiddelde aantal
om alle klassen in stand te houden.
Doch bij de 4-de telling, welke op 16 December a.s. zal
plaats hebben, zou deze er onder blijven met als gevolg in
krimping van personeel s$n het derven van de subsidie voor
een leerlokaal»
t
Alle pogingen om op normale wijze aan het vereischte
leerlingen
V