Verg» 21 Sept. 1933. r9.
1933;
gehoord de bespreking, waarbij is gebleken, dat de
openbare orde Q veilig verkeer aan den rijksweg
Breda-Tilburg, gelegen onder voornoemde gemeente
in hooge mate wordt belemmerd door een ter plaatse
liggende sloot;
verzoekt Uwe Excellentie met den meesten spoed maat-1
regelen te nemen, opdat het veilig verkeer ter
plaatse gewaarborgd is;
gaat verder over tot de orde van den dag»
t De heer PIJNAPPEL wil gaarne eerst inlichtingen hebte
ben over den toestand daar-ter plaatse. Spreker heeft van
bewoners gehoord, dat het er werkelijk treurig is en wil
van Burgemeester en Wethouders graag meer inlichtingen.
De heer KESSEL zegt, dat, wanneer de Raad er achter
zit,»er meer cachet inzit.
De VOORZITTER vindt «een motie aan den Minister wel
wat te streng en wil er graag met den hoofdingenieur van
den Waterstaat over spreken.
De heer OOMEN wijst er op, dat de slooten meeren-
deels rijksgrond zijn en er voor rioleering dus toestem
ming van het rijk noodig is. Vroeger liep dat water onder
den weg door naar Teteringen, maar daar is het nu verwaar
loosd of volgebouwd. Afvoer achteruit maakt toestemming
van de eigenaren noodig, maar 3 a ^00 meter zou het water
een bestaande sloot bereiken. Er zou misschien een oplos
sing te vinden zijn, doordat men het euvel van het een
naar het ander verplaatst.
De heer KESSEL is van meening, dat het rijk voor de
oplossing moet zorgen.
De heer VERDAASDONK vindt eveneens, dat de kwestie
te
/y
>- X
•V