schaad. Nu wordt het eigendomsrecht wel zwaar
aangetast.
De heer VAN MIERLO wijst er op, dat de houw-
commissie in meerderheid tegen het versoek is.
Artikel 1 der Bouwverordening is er tegen, In de
verordening wordt uitzondering gemaakt voer boerde
rijen en villa's. Wanneer er een landhuis staat,
komt er weer een tweede. Het beginsel om te bouwen
op die plek is verdwenen en een tweede verzoek zou
men niet meer kunnen weigeren.
De heer BRINKERHOF sou dit prededent betreuren,
alhoewel het natuurschoon eerder gediend dan ge
schaad zou worden.
De heer VAN GESTEL zou het ook een gevaarlijke
stap vinden.
De heer SAVENIJE vindt het gevaar daar niet zoo
groot. Ieder geval moet op zich zelf beoordeeld
worden. Wanneer elders gelegenheid was om een land
huis te zetten, zou de heer van Dongen het niet doen,
doch er is niet voldoende grond bouwrijp.
De heer VAN SWOL kan aanvoelen, wat de heer
Savenije zegt. Wojdt déze vergunning toegestaan,
dan behoeft meti verder geen vergunning toe te
staan.
De heer VAN MIERLO ziet het gevaar in, dat er
dan maar overal gebouwd wordt. Men kan dan op ieder
plekje wel een landhuis bouwen. Met doei
dan beter met artikel 1 der Bouwverordening te
schrappen. Wanneer de Raad dit toe zou staan, dan
schept men een moeilijk precedent.
De heer SAVENIJE zegt, dat de gemeente dan moet
zorgen, dat er grond beschikbaar komt.
Daar
V
-5