/.u.
Verg. 21 December 1953»
geslagenen in de fondsbelasting in het laatste jaaVis
gestegen.
Uit deze cijfers kan dus met recht geconcludeerd wor-
-f
den, dat onze gemeente voor menschen met middelmatige
niet uit het oog moeten verliezen, dat de stijging van
het gemiddelde inkomen toch maar een betrekkelijke waarde
heeft als mettweet, dat het gemiddelde inkomen van het
Rijk f. 2253»- is wel 55* - hooger dan hier.
Ook blijkt uit het omgaande, dat wij moeten trachten
op dezen weg voort te gaan door steeds meer van deze in-
woners binnen onze grenzen der gemeente te trekken, waar
toe wel het machtigste middel is lage belastingen te hand
haven maar ook door zooveel mogelijk te bevorderen, dat
er behoorlijke woongelegenheid wordt gemaakt.
Is ten aanzien van het inkomen de toestand nogal vrij
bevredigend, hij is dit geenszins voor zoover het betreft
het vermogen.
De statistiek geeft hier aan, dat het gemiddelde ver
mogen bedroeg in 1930 per aangeslagene f. 75000; in 1931
f. 68000. en in 1932 63ÖOO, terwijl het aantal aange-
slagenen zich in percentages tot de bevolking verhield
resp. als 2.6, 2.7 en 2.6.
Hier moet ik dus in 2 jaren tijds een verontrustende
daling van f. 12000 per aangeslagene conè£è,teeren, waar
uit niet anders blijkt, dan dat een algemeene verarming
is ingetreden.
Dit wordt, mijnheer de Voorzitter, niet weggenomen
door het feit, dat het aantal aangeslagenen het laatste
jaar met 10 is toegenomen - gestegen is van 36^ tot 37^ -
als men weet, dat het gemiddelde vermogen van het Rijk
1 v/iï o 'x :i ;'.u. n-• v 1 v
f. 7^000 bedroeg of wel f. 11000 per aangeslagene meer
dan
inkomens aantrekkingskracht bezit, alhoewel wij daarbij