Wanneer êefcéer het eerste er wel ie en deze is er, dan is deze er niet gekomen door de voortvarendheid van het College, doch door anderen, die hun dit op droegen. En waarom, vraag ik mij af. Ytfaarom kan de gemeente de winst niet opstrijken, als die er te halen is? Omdat er geen voortvarendheid en misschien ook geen eendrachtig samenwerken in het College zit. Men mag toch ook iets meer van een College ver- wachten dan alleen ingekomen stukken behandelen en een Raadsvergadering voorbereiden. Men mag toch van een College verwachten, dat zij die objecten aanboort, c die den belastingdruk verminderen. En deze objecten lagen en liggen nog ter beschikking. Thans bepaalt zich het College tot de bestaande bronnen, die bijna droog zijn, door die, noodgedwongen, op de voeren. Zoo komen Burgemeester en Wethouders met het voor stel om de gebruikers van electrisch licht zwaarder te belasten niet omdat dit gedwongen is, doch alleen om de winst, die aanmerkelijk hooger geraamd is n.l. f. 23558.67 machtig te kunnen worden. Mijnheer de Voorzitter, bij voorbaat wil ik hier een waarschuwend woord laten hooren om niet over te gaan tot verhooging van de meterhuur. Elk gaar heb ik betoogd, dat de bestaande huur te hoog is met dit voor- p stel als resultaat. Burgemeester en Wethouders weten.evengoed als ondergeteekende, dat er veie huisgezinnen zijn, die T zelfs het verschuldigde lichtgebruik niet konden be- talen en gedoemd zijn zich met een kaars of petroleum- lichtje te behelpen. Door de meterhuur op te voeren, heiast men in hoofdzaak de arbeidende klasse van .deze gemeente, met j H A

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 142a