Verg. 21 December 1933.
dat
in is;
uit,
oven-
t men
Raad;
ne zal
Iden
ad
geval-
aarin
n, moet
teuning
ening,
er
ht
it
op
itting
het
houders
nde;
een
geleden
rgerd
Nu ie er door onzen Minister een regeling getroffen inzake
het uit te keeren bedrag, waardoor deze menschen nog eens ge-
V ft
troffen worden en plus minus f. 3*~* minder ontvangen dan in
de werkverschaffing verdiend werd. Weet men wat dat beteekent
plus minus f. 3«~ minder te ontvangen? Dat een gezin van 5
personen met f. 8.50 plus een kolenbon van f. 1.- moet zien
rond te komen. Stel dat er een huishuur van f. 4-.- betaald
moet worden, wat geen hooge puur is, licht en water op f.C.75
contributie aan een véikvereeniging f. 0«9C, wat ook aan den
lagenTkant is, dan houdt zoo'n gezin f. 2.85 over om te eten.
Dit'cijfer behoeft geen nader betoog. Men zal mij toevoegen,
daar is niets aan te veranderen, de minister bepaalt dit.
Inderdaad de Minister bepaalt dit nu, doch de Raad, die inder
tijd de loonnormen vaststelde had kunnen zorgen, dat nu de
circulaire van" den Minister gunstiger voor deze menschen
luidde, door deze uurloonen hooger te stellen en dat had
kunnen probeeren ondanks de waarschuwende stem van den heer
van Buitenen. Nu is het werken in de werkverschaffing een
nadeel, wat als een voordeel was uitgedacht.
Mijnheer de Voorzitter, daarom wil ik nog eens herhalen
en den' wensch uitspreken, laat de Raad Burgemeester en Wet
houders opdragen om ten opzichte va.n het licit en watertarief
met vooretellen te komen, die door deze menschen een schap
pelijke regeling inhouden.
5 De heer VAN GESTEL zegt, dat hij van een herzien der
verhoudingen niets heeft gemerkt. De stand is nog altijd
als het vorig jaar. Spreker heeft vroeger gezegd, dat zoo
lang de kwestie der fractie van den heer Braakhuis niet
van a tot z is herzien, er van een herstel der verhoudingen
geen sprake kan zijn. In den Raad zal spreker daar nooit
iets van latfen merken en hij zal zich alleen laten leiden
door