behandeling van de verschillende begrootingen, te
beginnen met de begrooting van het
grondbedrijf»
Deze begrooting wordt zonder besprekingen en
zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastge
steld.
Hierna wordt aan de orde gesteld de behandeling
van de begrooting van het
waterbedrijf.
De heer LOERAKKER merkt op, dat op de begrooting
van het waterbedrijf een batig saldo is geraamd van
f» 9395*6l* Hiervan wordt f. 6000.- toegevoegd aan de
annexatiereserve. Spreker vraagt, wat met het over-
schot gebeurt.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit bedrag niet zal
worden gestort in de gemeentekas, zooals oorspronke-
lijk was voorgesteld.
De heer ERAAKHUIS zegt, dat zoowel op het water
als op het electriciteitsbedrijf een post van f. 500.-
voorkomt voor kantoorbehoeften en drukwerken, in totaal
dms f. 1000.-. Spreker acht dit bedrag veel te hoog,
vooral, wijl op die posten in totaal in het vorig jaar
maar plus minus f. J0Q.~ is uitgegeven. Op de begroo
ting voor het waterbedrijf is voor kosten voor uit
breiding uitgetrokken een bedrag van f. 1^000.-. Spre
ker meent, dat de Raad moet worden gehoord voor de uit^
breiding. De gunningen behooren te worden gesteld in
handen der Lichtcommissie.
De heer en BRINKERHOF en VAN GESTEL onderstrepen de
laatste meening van den heer Braakhuis.
De heer BRINKERHOF vraagt voor bepaalde klassen
van
r