Verschillende Raadsleden zijn van meening, dat de
politie in -uniform dienst zal doen. In sommige af
deel ingen is voorgesteld uniformen aan te schaffen.
Het is voor den Raad een gevaarlijk waagstuk daar-
toe te besluiten. De Raad meent de verordening,
regelende de belooning der gemeente-politie te moe-
ten wijzigen en aan de politie, in plaats van f.100.-
vrije uniform te moeten toekennen. De Raad is zelfs
- bereid verhooging der aanvangswedde te bevorderen.
Het eenigst streven is te bevorderen, dat de politie
in de kom van Ginneken in uniform loopt.
De VOORZITTER zegt, dat dit een oude kwestie is.
Spreker zou er niets op tegen hebben, doch de toestand
der gemeente laat niet toe, dat de politie in uniform
loopt. Op de vrij stille buitenwegen gebeuren de meeste
ongerechtigheden. De politie moet geregeld naar buiten.
SpEBker heeft geen enkele bijbedoeling om
de politie niet in uniform te laten loopen. De Raad
moet aan spreker de regeling overlaten en niet met
dwangmaatregelen komen. Het is praktisch ondoenlijk.
Mocht spreker zich vergissen, dan deugt zijn inzicht niet.
De,heer BRAAKHUIS wil beginnen met te zeggen, dat
door hem geen schijn van verdachtmaking naar voren is
gebracht. Spreker heeft niets dan lof voor de politie.
Ginneken is de eenige gemeente, waar de politie geen
uniform draagt. Spreker kan het betoog van den Voor
zitter niet deelen. Er zijn andere autoriteiten, die
er anders over denken. Be Raad is van meening, dat de
Voorzitter aan het verlangen van den Raad zou kunnen
tegemoet komen.
De VOORZITTER zegt er geen bezwaar tegen te hebben,
dat in de kom van Ginneken een agent in uniform loopt.
5 De
t
A
S
i» r