Verg. 22 December 1955. y ^6.
handwerken en maatschappelijk werk
Volgens deze bepalingen omvat de bevoegdheid van
den Gemeenteraad slechts de beoordeeling van ode
11 vraag, of de oprichting en instandhouding eener
nijverheidsschool al dan niet noodzakelijk is en
11 strekt zij zich niet mede uit tot de vraag, of de
financieels toestand der gemeente het verleenen
11 van de gevraagde medewerking toelaat. Het artikel
11 geeft wel aan de Kroon de bevoegdheid om de goed-
keuring van de oprichting mede afhankelijk te stellen
van den toestand'van s Lands financiën»
Door de invoering van de Nijverheidsonderwijswet is
de subsidieering van het nijverheidsonderwijs, onder
de in die wet genoemde voorwaarden, tot de taak van
de Overheid komen te behooxen.
De Raad zelf zal mieten beoordeelen, of de oprich-
11 ting en instandhouding van de hierbovenbedoelde
11 school al dan niet noodzakelijk is. Nu voor de
instandhouding van de in de aanvrage genoemde
school, op grond van de wettelijke bepalingen, steun
l! uit de publieke kassen wordt gevraagd, kan o.i. de
11 vraag, of het niet meer op den weg van het particu-
lier initiatief sou liggen deze school uit eigen
middelen in stand te houden, buiten beschouwing
blijven.
11 Bij nader inzien meenen wij dan ook ons vroeger
11 uitgebracht prae-advies om de gevraagde verklaring
niet af te geven, niet langer te kunnen handhaven.
Daar de vei voorschrijftdat voor zooveel mogelijk
de daarbij betrokken organisaties van patroons en
11 werklieden behoor en te worden gehoord, hebben wij
gemeend
•V