Vera;, 22 December 19??,
50.
d. d. l6 October 1933 aan <^en Raad gedaan voorstel
bet Eestuur der R.K. Bijzondere scholen te Ulven-
hout te verzoeken de plaats gehad hebbende ver
plaatsing van leerlingen van de jongensschool naar
de meisjesschool ongedaan te maken door de leerlin
gen weer terug te plaatsen en bij weigering van
dit verzoek de subsidie voor het gebruik van les
lokalen terug te brengen op den grondslag als be
doeld in artikel 205 <3er Onderwijswet.
Door ons is omtrent deze aangelegenheid het advies
ingewonnen van den Heer Inspecteur van het lager
onderwijs in de Inspectie Ereda, wiens antwoord
ook voor den Raad ter inzage ligt.
De heer Inspecteur schrijft d.d. 23 October 1933
o.m, het navolgende:
11 Het ie juist, dat met ingang van 1 September j.l.
37 leerlingen van de bijzondere jongensschool
11 te UI venhout zijn overgeplaatst naar de b&jzon-
dere meisjesschool aldaar en dat deze maatregel
is genomen om het gemiddeld aantal leerlingen van
11 de laatste school zoo hoog op te voeren, dat de
dat de jaarwedden van hare vijf leerkrachten
11 ook bij toepassing van de nieuwe leerlingenscbaal
over het jaar 193^ voor rijksvergoeding in aan-
11 merking komen. Het is niet juist, dat als ge-
11 volg van den maatregel een van de onderwijzers
11 der bijzondere jongensschool worden ontslagen;
11 het schoolbestuur zou evenzeer een onderwijzers-
11 betrekking hebben moeten opheffen, indien de
11 jongensschool alle leerlingen had behouden.
Evenmin is het juist, dat de jongens, die op
_r
de meisjesschool zijn geplaatst, na den teldag
if 11
van
V r
r