11 schaad worden 11
Hieruit "blijkt, dat het vraagstuk der "bezuiniging
in ieder geval toch de aandacht heeft gehad van de
Schoolcommissie en ook, dat zij dit onderwerp
heeft getrokken binr^n de sfeer van haar bemoei
ingen.
Wij zijn echter van oordeel, dat bemoeiingen
met dit onderwerp niet behooren tot de taak
der commissie, maar dat zij zich, indien zij
Reende zich daarmede te moeten inlaten, zich
te dien aanzien had behooren te wenden tot
den Minister en niet tot den Gemeenteraad.
Haar aanleiding van het hiervoor medegedeelde
voorstel d. d. 16 October 1933 van den heer
Brinkerhof aóviseeren wij den Raad zich te
willen onthouden van een inmenging in de over
plaatsing der leerlingen.
T-De Raad zou zich daardoor begeven op een terrein,
dat het zijne niet is.
Wat de voor de scholen uit te betalen vergoeding
c s
betreft, moeten wij opmerken, dat zulks geheel
wordt beheerecht door de bepalingen der wet.
De Raad ie niet bevoegd, daarin naar eigen in
zicht willekeurig verandering te brengen.
Wij zijn van oordeel, dat de Raad zich in deze-
iedere inmenging heeft te onthouden.
De motie van 11 Volksonderwijs 11 kan naar onze
meening voor kennisgeving worden aangenomen.
Wij stellen den Raad verder voor aan de school
commissie te berichten, dat zij haar adviezen
en inlichtingen ingevolge artikel 18^ lid twee
en vier der L.O.Wet 1920 behoort te verstrekken
11 aan
4-