Verg, 22 December 1955»
52.
aan Burgemeester en Wethouders en niet aan
den Raad. 11
De heer LOERAKKER zegt, dat deze kwestie al
heel wat stof heeft doen opwaaien. Spreker vraagt
zich af, wat het schoolbestuur voor onwettigs gedaan
heeft. De kwestie is deze, dat niets is gebeurd in
strijd met de wet en dat Burgemeester en Wethouders
hebben gehandeld, zoo het hoort. Wat de heer Brinker
hof voorstelt, behoort niet tot de competentie van
den Raad. De Raad zou ziqh nooit erger kunnen blamee-
ren. De verklaring van een beeedigd ambtenaar staat
toch hooger dan van iemand, die het tegendeel beweert.
Spreker is Burgemeester en Wethouders dankbaar voor
het uitgebracht prae-advies.
be heer ERINKERHOF zegt, dat hij niet zijn eigen
oordeel gevolgd heeft, maar dat van een jurist. Hij
leest het oordeel van den jurist voor. Spreker wil
hier verder niets aan toevoegen. Hij kan wel mededee-
len, dat de Minister de vergoeding niet toekent.
De heer VAN GESTEL is het eens met de toelichting.
De heer LOERAKKER wil den heer Brinkerhof ant
woorden, dat hij niet van inzicht veranderd is. Die
jurist spreekt niet volgens de wet, maar volgens zijn
eigen inzicht.
De Raad vereenigt zich met het prae-advies.
Verzoek 25. Verzoek om een voetbrug over de Mark.
voetbrug,
I'ark.
Burgemeester en Wethouders hebben
hieromtrent als volgt gep&ae-adviseerd:
11 Door een aantal, belanghebbenden is d. d.
H Maart 1933 ^et verzoek gedaan een voetbrug
11 over de Mark te leggen op het gehucht
"Heerstaajren