Verg, 18 Augustus 1953.
ze zich met Dr. Wijnbrans in verbinding hadden gesteld.
We moeten dit punt rustig overwegen. Spreker is er tegen,
(r
dat de Raad tot aankoop overgaat.
De heer VERDAASDBNK gelooft wel, dat de heer Van den
Berg buitengewoon veel voor Ginneken ener heeft. De heer
Van den Berg is lid van het Bestuur van Ginneken-Vooruit"
Oud-Ginnekenaar enz. Toch ziet spreker eenigszins vreemd
op tegen die ontfermende houding van den heer Van den Berg.
Zijn adres zou meer affekt hebben gehad, wanneer hij geen
makelaar in huizen was. Spreker blijft er ook bij, dat het
huis niet moet worden aangekocht. We kunnen het Raadhuis
niet plaatsen in een trechter. Spreker wil er bij den Raad
toch nog eens ten sterkste op aandringen het aesthetische
niet uit het oog te verliezen. Hij raadt de heeren aan
eens in Berkel en Enscftot te gaan zien. Dat is een kleine
gemeente, doch ze is nu in het bezit van aeen keurig raad
huis. Spreker is ook van meening, dat, indien een degelijke
oplossing wordt gegeven, he gemeente op den duur zoordee-
liger uit zal zijn.
De heer KESSEL zegl, dat er al heel wat is afge
speeld om de Raadhuiskwestie, De Raadhuiscommiosie had de
opdracht te onderzoeken, welke veranderingen aan het ge-
meentehuis moeten worden aangebracht; verder ging, haar
sprekers meening, die opdracht niet.
De heer LOERAKKER acht die meening niet juist. Spre
ker heeft zelf gevraagd, of de Commissie de bevoegheid
heeft nieuwe plannen te ontwerpen.
De heer VAN SWOL acht het prae-advies onjuist. Bur
gemeester en Wethouders spreker van ongeschiktheid van het
raadhuis. Hij acht die uitdrukking te sterk.
De heer VAN MIERLO merkt op, dat het Woningbureau
Van
2.
■v
y-