r Tweede en laatste blad. 2. heeft den Raad gewaar schuwd.~~HÏJ~ zou er niets tegen opzien het huis te koopen voor f. 10000.-. De heer SAVENIJE meent, dat die f. 10000.- zijn weg- gegooid. De VOORZITTER zegt, dat or raat dat er met dat perceel ook geen uitbreiding kan worden verkregen. De grens van het perceel loopt geheel verkeerd. De heer BRAAKHUIS zegt, dat het oordeel der Raadhuis- commissie is, dat er een nieuw raadhuis moet komen. De heer BRINKERHOF zegt, dat de Raad zich heeft uitge sproken voor een nieuw raadhuis. De Raad heeft zich vroegei al uitgesproken voor een nieuw raadhuis. De heer VAN MIERLO wijst er op, dat de bode ook geen woning heeft. De VOORZITTER acht die uitgaaf niet gemotiveerd. De heer VAN MIERLO zou het geen bezwaar vinden aan te koopen, wanneer de kosten van aankoop door de huur werden 1 gedekt, f. 10000 lijkt spreker te hoog. De heer SAVENÏJE zegt, dat, indien de Raad een nieuw raadhuis wil, dat huis overbodig is. De heer VAN MIERLO vindt de methode van het woning bureau Van den Berg vreemd. Spreker vraagt, of de Raad huiscommissie het voorstel moet onderzoeken. De heer BRAAKHUIS vindt dat niet noodig. Het pand is te duur. We moeten een lageren prijs afwachten. De heer VAN MIERLO zegt, dat het perceel als grond waarde heeft. De heer SAVENIJE vraagt voor welk doel. We hebben geen huis noodig. De heer BRINKERHOF acht het geen bezwaar voor een schappelijken prijs het pand te koopen, wanneer de gemeen te daar voordeel aan heeft. De n Jr O »r

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1933 | | pagina 212