y/l3.
ook in de belasting willen betrekken» Spreker is
van oordeel, dat aan artikel k- geen andere lezing
kan worden gegeven, dan dat een maximum van 6|
wordt geheven» Dit percentage komt spreker absoluut
te hoog voor. Wanneer voor ongebouwde eigendommen
belasting wordt geheven, gaat de belasting voor de
gebouwde eigendommen omlaag. Spreker acht het ook
onjuist, dat, indien slechts aan een zijde van de
straat een trottoir enz. is gelegd, voor beide
zijden der straat de volle belasting zou moeten
worden betaald. Spreker kan niet accoord gaan met
de overwegingen daaromtrent in het prae-advies. Hij
wijst er nog op, dat door verschillende personen
strookjes grond langs de straat zijn afgestaan. Hij
acht het niet billijk, dat daarvoor belasting moet
worden getaald. De gronden zijn kosteloos afgestaan
of door de gemeente in gebruik genomen. Spreker
acht het noodig, dat die gronden aan de eigenaars
worden vergoed.
De heer BRINKERHOF zegt, dat het hem spijt» dat
Burgemeester en Wethouders zijn teruggekomen op hun
besluit otó het volle bedrag te heffen. De personeel©
belasting is met ld verhoogd; daardoor worden
juist de kleine menscheen getroffen. Spreker zal
zeer gaarne een voorstel steunen om ook de onge
bouwde eigendommen te belasten. Spreker zou ook het
vijfde lid van artikel 4 willen laten vervallen.
De heer VERDAASDONK wijst er op, dat het heel
iets anders is, of iemand zijn eigen huis heeft,
dat door hem wordt bewoond, dan wel verhuurder is
van huizen. Voor dezen drukt de belasting te zwaar.
Spreker