niet voor publiciteit zijn bestemd»
De -heer VERDAASDONK kan zich met het prae-advies
niet fereenigen. en geeft eene uiteenzetting, hoe de
zaak zich heegt toegedragen. De heer de Hoon was ver
blind door -de lichten van de brandspuit. De brandweer
had,- als waarschuwing, een roofl licht op den weg moeten
plaatsen. Srpeker vraagt ook waarom, wanneer de brand
weer geen schuld treft, geen proces-verbaal is opge-
maakt tegen den heer de Hoon.
r De VOORZITTER zegt, dat door twee beëedigde politie
beambten een rapport is opgemaakt en wijst nog op de ver
klaring van den-heer Oomen, die bij het geval aanwezig
t was. Spreker kan niet inzien, dat proces-verbaal had
moeten worden opgemaakt voor deze onopzettelijke aanrij
ding. Hij is van meening, dat de heer de Hoon had moeten
stoppen. c
De heer BRINKERHOF hecht niet veel waarde aan het
rapport, wanneer dat niet meer inhoudt dan het prae-advies.
De schuld ligt bij het brandweercollege en de opperbrand-
meest er is voor de gevolgen aansprakelijk.
De heer VAN SffOL adviseert in het vervolg roode
lichten te plaatsen. Uit het prae-advies kan de Raad de
zaak niet beoordeelen. Spreker hoopt deze aangelegenheid
nog te kunnen behandelen-aan de-/ hand van een zakelijk
c rapport. Alle teekenen wijzen er op, dat de heer de Hoon
geen schuld treft. Spreker stelt voor het punt aan te
houden en na inzage van-een-zakelijk rapport daarover
nader te beslissen.
De heer VERDAASDONK zegt, dat de heer De Hoon heeft
gevraagd naar de-verantwoordelijke persoon. Spreker blijft
van meening, dat, indien de schuld bij den heer de Hoon
ligt, deze een proces-verbaal had moeten hebben.
Het