<1*.
10 Maart 1933.
werken. Hij zal zijn stem geven voor subsidie.
De beer LOERAKKER zegt, dat het een goede gewoonte
is, dat, wanneer we subsidie verieenen, we meer weten
dan nu. Een der vereisohte gegevens is, dat men moet
aantoonen, dat verschillende Ingezetenen lid zijn.
Men kan beginnen met de contributies, het jaar ie
pas begonnen. Het particulier initiatief moet waar
deering hebben voor hetgeen de vereeniging doet. De
genen, die er belang bij hebben, moeten lid worden.
Spreker vindt het noodig, dat men opgave doet van de
leden en de contributies.
De heer PIJNAPPEL is wel voor subsidie, doch
wenscht ook eerst inlichtingen. Hij heeft gehoord,
dat er nog 20 gulden in kas moet zijn. Het bestuur
wil beginnen en heeft daarvoor geld noodig.
De "VOORZITTER zegt, dat de heer Pijnappel als
buitenstaander weet, dat er nog 30 gulden is, maar
dat hij, de eere-voorzitter, er niets van weet.
De heer BRINKERHOF wijst er op, dat alle raads
leden een'brief hebben ontvangen van Ginneken-Vooruit.
De vereeniging kan de noodige kosten niet betalen.
Wanneer we wachten tot de volgende maand ie de pen-
siontiftd reeds in volle^gang en de pensionlij sten
moeten dan klaar zijn. Het nieuwe bestuur bestaat nu
reeds drie maanden. De Voorzitter zal het bestuur wel
kennen, misschien te goed kennen, dat kan ook een
"reden zijn. Het bestuur valt niet in den smaak van
den eere-voorzitteroméat de voorzitter dew eere-
f' van
li ijij. 'voorzitter niet aanstaatv Spreker heeft dit/bestuurs
leden van Ginneken-Vooruit gehoord; hij hoopt, dat de
Raad. op zijn eigen KHKHXKgl beenen zal staan.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer Brinkerhof
moet
r
e CJUz exin'