V-erg.'28* Sept. 193^. wat behandeld is. Wanneer de heer Braakhuis er op wijst, dat.de verordening vrijgevig is, moet men in acht nemen, dat ze is samengesteld in een andere tijd als we tegenwoordig leven. Wan neer de verordening te ver gaat, zal de Kroon ze wel niet''goedkeuren. Laten we geen wijzi gingen aanbrengen 'en laat de Kroon zeggen, wat sl-eoht en' wat goed is. Mocht blijken, dat de Kroon aanmerkingen maakt, dan moet over de ge- heele linie het ambtenaren- en werkliedenregie- ment worden' herzien. De heer BRAAKHUIS kan Tiet niet eens zijn met de:.:, heer Loerakker.jDe bepalingen zijn gemaakt in den tijd van hoogconjunctuur. Deze serorde- ning zal nooit de goedkeuring van de Kroon ver werven. Spreker'komt uit' tegen overdreven vrij gevigheid en voelt er meer voor, dat deze ver ordening wordt aangehouden. Hij zal zijn voor st el 1 en "schriftelijk indienen De héér BRINKERHOEd.ls het. in groote trekken eens met den heer- Braakhuis. Spreker wenscht evenwel aan de salarissen niet te tornen. Het-p'rae-advies 'van Burgemeester en Wethou ders betreffende dit punt wordt door den Raad aangehouden. Wijziging 11. WIJZIGING. VAN IDE VERORDENING, verordening RÉGELENDE-DE SAMENSTELLING EN commissien DE WERKKRING VAN DE COMMISSION van bijstand. VAN BIJSTAND/ De heer VERDAASQONK-vraagthoe het College denkt' over.de raadhuiscommissie. Is dit een commissie ad "hoc of een vaste commissie. Wan- beer ze een commissie ad hoc is, moet^ ze verdwijnen; is het een vaste commissie dan moeten de leden worden herbenoemd. De VOORZITTER zegt" de Saadhuisoommissie voor een bepaalde kwestie werd benoemd. Ze heeft verder geen zin. De raadhhiscommissie heeft opgehouden te béstaan. De Raad gaat accoord met het voorstel van Burgemeester en Wethouders, Benoeming 12. BENOEMING VAN EEN LID DER lid LICHTCOMMISSIE. lichtcommissie. De VOÖpZITTER vraagt, of de Wethouders-met hem'het- stembureau willen uit makenwaartoe beide heeren zich bereid ver klaren,- Na de gehouden stemming bleken te zijn ingeleverd c

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 113