Eerstje blad. 1.
Verg. 30 October 195^. -
Openbare vergadering van den Raad der gemeente
Ginneken en Bavel op Dinsdag, 30 October 193^» des na
middags ten half twee ure. -
Tegenwoordig al de leden van den Raad te weten de
heeren: H.J. van Gestel;. J.D.F. BrinkerhofC.,J. van
Gils; J.G.Ph. Savenije; H.J.M. Kessel; H. v&ï Opstal';
W.J. Loerakker; M.A. Verdaasdomk; A.Th.A. Pijnappel;
A.J. Rops; G.J. Braakhuis.; :JvA. de Hoon; J.H. Oomen;
Chr.A.H. van Swol en J.H."'van'Mierlo.
VOORZITTER: Jhr. Mr.,Th.E. Serraris*
SECRETARIS: A. G.- 3astiaansen.
-. De VOORZITTER opent de vergadering.
Notulen. De TER .-vraagt, of een der leden bemerkin
gen heeft d-p-';de. notulen van de openbare vergadering
van 28 September l93*H welke voor.de leden ter in
zage hebben'gelegën en' wel_.e hunuzijn toegezonden.
De heer BRINKERHOF heeft'een'algemeen verzoek
over de- samenstelling der notulen* Deze worden een
beetje al te kort opgemaakt* Verèchillende bespre
kingen komen niet. tot zijn recht. Spreker zag graag
de koppen boven de verschillende punten wat uitvoe
riger. Hij verzoekt-de'ze veörtaan wat uit te brei
den.;-
Qp bladzijde 7 onder punt 7 staat, ^dat
gezpgd heeft, dat hij' blij is,;; dat de B
(inland nr mnnnw p.sn adrep is'gekomen. Spreker
zag hier gaarne aan toegevoegd..al is het dan ook
wat laat
■Bij.punt 9 maakt ppreker de bemerking, dat hier
e'en; vergissing is'begaan. Er staat, dat de persoon
in kwestie ..tiede werking heeft verleend; dit ipoet
zijn, dat deze geen medewerking heeft verleend.
ingekomen 1. INGEKOMEN STUKKE®.
stukken.
'•-De ingekomen stukken worden in behande
ling gebracht, zooals ze in het prae-advies van
3urgemeeèter en Wethouders zijn omschreven.
Bij de; behandeling van punt a der ingekomen stuk
ken zegt de heer VAN OPSTAL, dat het hem zeer spijt,
dat het Raadsbesluit van 21 December 1933 is g°ed-
gekeurd. .Spreker zou het treurig vinden, wanneer
de wielerbaan moet verdwijnen. Het ware beter ge
weest geen belasting te heffen.
Bij de behandeling van punt b der ingekomen stuk
ken ze^t de' heer BRINKERHOF, dat Gedeputeerde Staten
bij hun goedkeuring een schrijven hebben gericht,
waar.in zij wijzen op de tegenstrijdigheid van arti
kel 12a en 12b. Spreker vraagt, of Burgemeester en
Wethouders daar rekening mede hebben gehouden.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De