r
Verg. 30 November 195^*
va- er >.cr J,D.F. Brinkerhof, lid van den
Raad, to; het benoemen eener commissie van
onderzoek naar de mo olijkheid van het in
stellen van een organisatie voor Maatschappe
lijk Hulpbetoon.
Onder aanvoering van beweegredenen verklaren
Burgemeester en Wethouders, dat thans naar hun oor
deel niet tot het instellen van een commissie van
onderzoek behoort te worden overgegaan.
De heer BRINORHOF'zegtnaar aanleiding van het
prae-advies, dat zijn voorstel niet is gebaseerd
op den crisis-toestand* Het gaat om de omvorming
van het maatschappelijk stelsel. Het burgerlijk arm
bestuur moet rekening houden met de maatschappelijke
toestanden. De toestarid-in de maatschappij is geheel
veranderd. Tegenwoordig behooren degenen, die door
het armbestuur moeten worden geholpen, tot verschil
lende klassen der maatschappij in tegenstelling met
vroeger, toen daarvoor slechts meer een bepaalden
stand in aanmerking kwam. Vroeger kon het armbestuur-
volstaan met middelen uit eigen bron. Nu wordt van
degemeente een subsidie gevraagd van f. 2h000.-. De
Voorzitter heeff. geëpïöken van dure ambtenaren. Als
dat juist was, zou spreker de eerste zijn, die er
zich tegen zou verzetten. Een organisatie voor Maat
schappelijk 'Hulpbetoon kan bestaan uit een Voorzit
ter, te wijzen door Burgemeester en Wethouders;
uit twee Raadsleden en twee meerderjarige ingezete
nen. De tegenwoordige Secretaris van het armbestuv,
kan de functie van ambtenaar 'vervullen en die func -
tionnaris heefteen volle, dagtaak. Spreker mag bij
den^Raad met klem aandringen "tot het instellen van
een commissie van ondersoek. Spreker hoopt, dat
daarna.de.-Raad tpt instellen van zoo'n commissie
zal besluiten.
De ■•hper. VAN STOL steunt het voorstel van den
heer Brink-erhofHet Armbestuur vatf zijn taak niet
op, zooafep. het behoorty
De heer BRAAKHUIS is van oordeel, dat er in het
voorstel vah 'den. hëeDfc Brinkerhof iets zit, wat tot
nadenken stemt. Spreker is er niet van overtuigd,,
dat de eerstvolgende jaren de maatschappelijke toe
stand normaal zal worden. Spreker zegt niets ten
nadeele van het burgerlijk armbestuur, doch hij is
er integendeel vol lof voor. Spreker is van oordeel,,
dat .den heer Brinkerhof een kans moet worden gege
ven. Spreker is van oordeel, dat vhet onderzoek kan
worden opgedragen aan de commissie, die de genees
kundige armenverzorging èn het geneeskundig school
toezicht in onderzoek heeft.
De VOORZITTER heeft niets tegen het instellen vg
een commissie. Het verbindt tot niets* Spreker is
overigens van oordeel, dat het niet in een vloek er
een zucht zal gaan de armbesturen op te heffen.
W e