Verg;. 30 November 195^»
De IC- TITTER zegt, dat de heer Brinkerhof de
beantwoording ."^an de door hem gestelde vragen voor
uit. loopt. Wanneer de vragen worden beantwoord,
•zal'wel anders blijken.
De heer VAN SWOL wijst op de cumulatie van be-
t.rékkingen, welke de secretaris van het armbestuur
heeft. Spreker wil wachten tot over de reorganisa
tie van het armbestuur wordt beslist. Spreker
stelt voor het punt aan te houden, totdat het
rapport gereed is.
De VOORZITTER zegt, dat dit niets er mee te
maken heeft; het gaat over het herstel van een
onbillijkheid.
De heer BRINKSRHOF zou het verzoek vallen
terug wijzen naar de sociale commissie in ver
band met het'.reglement.
De heer SAVENIJE wil dit voorstel steunen.
De heer KESSEL zegt in de vorige vergadering
bezwaar te hebben gemaakt tegen de verhooging»
Waarom moet nu in eens f. 500.- verhooging worden
toegekend. Spreker wil de verhooging op f. 300.-
brengen.
.De VOOËZITTER handhaaft zijn meening.
De heer VAN OPSTAL was van oordeel, dat de
functionaris f. $00.- had vopr de vleeschdistri-
butie. Dat is echter maar f. 25O.-, wat veel te
weinig is.
De VOORZITTER zefet, dat het gaat over deze
functie. De belooning is al lang veel te laag.
Kan de Raad er niet toe overgaan een fout te
herstellen?
De heer BRAAKHUIS is niet overtuigd van de
noodzakelijkheid. Spreker komt tot deze conclu
sie, omdat het armbestuur zeven leden heeft, ter
wijl blijkbaar het werk is overgeheveld op den
secretaris. Het antwoord op de vragen zal meer
licht verschaffen. Het gaat niet aan, dat de
leden hun taak verwaarloozen. Dan wardt de se
cretaris overbelast. Spreker acht het beter het
punt. aan te houden, totdat de vragen zijn beant
woord» Spreker zou het voorstel willen verwijzen
naar de commissie, v/elke is belast met het onder
zoek van de begrooting van het armbestuur.
De heer OOIvÈN merkt op, dat verschillende leden
blijk geven niet op de hoogte te zijn van de wer
king van het* armbestuur. Ieder lid moet de belan
gen waarnemen in zijn wi-jk. Op den secretaris
komt hetovergroote deel van het werk neer, on
danks het werk van de andere leden. Er mag wel
eens degelijk regeMng mee gehouden worden met
hetgeen de leden doen. Het gaat niet aan om tel
kens te wijzen op gebreken. De tijd kan komen,
dat niemand meer' lid van het armbestuur zijn wil«
Alles komt in den Raad en v/ordt verpolitiekt, Dat
zou wel eens gevolgen kunnen hebben, welke funest
zijp. De