Verg. 28 December 193^-»
Hiermede rekening houdende, had ik dan ook
verwacht, dat Burgemeester en Wethouders met een
antwoord waren gekomen na ingewonnen informaties.
Ik krijg nu de simpele mededeeling, dat het Bur
gemeester en Wethouders blijkt, dat door het Arm
bestuur een goede toepassing aan het reglement
wordt gegeven.
Uit deze enkele woorden geven Burgemeester en
Wethouders weer blijk, dat zij er zich zeer gemak
kelijk bij hebben neergelegd. Bij nadere bestudee
ring van mijn vragen, zouden Burgemeester en Wet
houders toch ook tot de conclusie moeten zijn ge
komen, dat de periodieke aftreding volgens artikel
K van het reglement niet heeft plaats gehad. Want
wat zegt ons artikel
Artikel 4- zegt: 11 De leden van het Burgerlijk
Armbestuur van Ginneken hebben zitting gedurende
vier jaren; die van het Burgerlijk Armbestuur
van Bavel gedurende drie jaren. Van de leden van
,T het Burgerlijk Armbestuur van Ginneken treedt
jaarlijks zoo na mogelijk een vierde of volgens
een door dat Armbestuur daarvan op te maken
11 rooster, welke aan Burgemeester en Wethouders
en den Raad wordt medegedeeld.
De leden van het Burgerlijk Armbestuur van Bavel
hebben zitting gedurende drie jaren. Jaarlijks
treedt van hen een lid af volgens een daarvan
door dat Armbestuur op te maken rooster, welke
aan Burgemeester en Wethouders en den Raad wordt
11 medegêdeeld.
11 Hij, die ter voorziening van eene tusschentijd-
11 sche vacature is benoemd, trEedt af op het
tijdstip, waarop hij, in wiens plaats de be-
noemde treedt, volgens den rooster zou zijn
11 afgetreden.
11 Het aftredend lid is herbenoembaar.
Op de lijst van aftreding komen sinds 1931
tot en met 1935 slechts 5 namen voor, terwijl elk lid.
voor jaren benoemd is. Hoe kan dat? Burgemeester
en Wethouders moesten dit toch opgevallen zijn.
Ik verzoek hieromtrent nader te worden ingelicht,
benevens inzage van het rooster van aftreding,
waarvan mededeeling aan Burgemeester en Wethouders
en den Raad moet worden gedaan. Dit wat betreft
mijn eerste vraag.
Mijn tweede vraag: Is het Burgemeester en
Wethouders bekend, dat de artikelen 10, 11, 13
en 21 in zijn geheel en dat artikel 17 en 18
gedeeltelijk, allen artikelen van het regie-
ment van het Burgerlijk Armbestuur, niet worden
nageleefd?
Ik wil met artikel 10 beginnen. Artikel 10
bepaal tL:
11 Het gebied van ieder Armbestuur wordt door dat
11 bestuur verdeeld in wijken.
Van deze verdeeling geschiedt mededeeling aan den
Gemeenteraad en aan Burgemeester en Wethouders.
Voor