Verg;. 28 December 193^» door den Raad is besloten een deputatie naar den Minister te zenden om veriiooging van de steunnormen. Het versoek was ten deele te niet gedaan, doordat de R.K. Werkliedenver- eeniging een telegram aan den Minister had ge zonden, Men liet de deputatie voelen, dat de gesteunden tevreden waren met dat bedrag. Als men de cijfers ziet, dati ziet men dat men f 14-.- per week in de kom ontvangt al heeft men I2! kinderen. De buiten?/i jken moeten het stellen met f 13.- per week. Spreker heeft onlangs betoogd, dat ondervoeding onder de kinderen in hooge mate voorkomt en die onder voeding neemt nog steeds toe. Wat moet een gezin doen van man, vrouw en twee kinderen met f 6.20. Spreker weet, dat het niet zoo eenvoudig is aan verhooging te komen. Wanneer de Raad een besluit neemt, gelooft spreker, dat de Minister bereid zal zijn de steunnor men te veranderen. De heer VAN SWOL zegt, dat de heer Brinker hof een verwijt maakt ten opzichte van de R.K.W.V., g,3,s zou zij roet in het eten hebben gegooid. Voordat de deputatie naar den Haag ging, wist de commissie reeds alles van het telegram af. De heeren kwamen dus niet on voorbereid in den Haag. Wanneer wij een ver zoek doen om steun, dan vragen we wat gegeven kan worden en niet meer. Het voorstel van de R.K.W.V. was nog zoo slecht niet. De heer LOERAKKER moet tot zijn spijt zeggen, dat de voorstelling door den heer Van Swol gedaan, onjuist is. Het telegram is eerst na het bezoek bij den Minister be sproken. Wanneer dfe heer Van Swol het anders voorstelt, vergist hij zich. Spreker heeft met bevreemding gezien het adres van de werkloozenorganisatie. Spreker is de meening toegedaan, dat de werkloozen zich niet be hoeven te organiseeren. Wanneer zij werk krijgen, zullen zij moreel verplicht zijn zich te organiseeren bij de N.V.V. Ieder ander lid zal voelen, dat de steun niet te laag is. Spreker vraagt zich af, w§,ar het i geld vandaan moet komen. De Minister van Sociale Zaken heeft nog pas in de 2de Kamer gezegd, dat voor de steunregeling het uiter ste gegeven wordt, wat gegegen^ kan worden. De Minister heeft op goede gronden verzekerd, dat geen verhooging mogelijk is. De heer OOMEN kan volkomen de woorden van den heer Loerakker onderschrijven. Niemand van ons wist iets van het adres af en het viel ons als een straal koud water op het lijf bij het vernemen hiervan. De heer BRINKERHOF zegt, dat indertijd getracht is verhooging der steunnormen te verkrijgen. Nu vraagt de heer Loerakker, waar het geld vandaan moet komen, maar die mogelijkheid is niet uitgesloten. Spreker gelooft -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 170