De heer KESSEL voelt weel voor hetgeen de heer Braak huis naar voren heeft gebracht. De verbetering van de Overakkerstraat wordt een voordeel voor de eigenaars* - De heer BRINKERHOF kan zich niet vereenigen met de meening van den heer Braakhuis* Men moet de menschen in hun recht laten* Spreker zou een redelijke prijs willen betalen. Spreker gelooft niet, dat het werk uitvoerbaar is, als de strooken blijven liggen* De heer LOERAKKER voelt veel voor de meening van den heer Van Gestel. We staan later veel vrijer met het hef fen van belasting. Spreker acht het beter voor iederen afstand van grond vergoeding te geven. De heer VAN MIERLO stelt zich de vraag! moet de weg er komen. Indien dat het geval is, lijkt het spreker beter, dat de grond wordt vergoed. Spreker zou de baat belasting willen regelen, dat de belasting in eens kan worden betaald» De VOORZITTER zegt, dat eerst de bedding moet worden gemaakt; dat gaat vooraf. «De VOORZITTER brengt in stemming de vraag of de grond al dan niet zal worden betaald* Voor betaling stemden de heeren: Van Swol; Brinker hof; Loerakker; Van Gestel; Pijnappel en Van Mierlo. Tegen betaling stemden de heeren: Braakhuis; Van Opstal; Kessel; «Van Gils; Oomen; de Hoon; Rops en Ver daasdonk. De Raad verklaart zich dus tegen betaling. Na «eenige bespreking wordt door den Raad besloten, dat een begrooting van kosten zal worden gevraagd voor het maken van de bedding van dm weg* 3» m

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 196