De Heer Oomen zegt, dat de toestand daar anders was. De percee- len waren daar al gelegen aan een verharden weg De Heer Van Mierlo acht het rechtvaardig, dat vergoeding wordt betaald. Het kan door belastingheffing verhaald worden De Heer Oomen meent, dat de Wethouder va*openbare werken moet verdwijnen; dan zal hij wel verdwijnen Spreker heeft den grond steeds gratis gekregen; de gemeente is daardoor enkele duizende* guldens bevoordeeld De Voorzitter zegt, dat de heer van Mierlo hier drie jaar heeft gezeten en voor niets de verantwoordelijkheid heeft aangedurfd. Die moet stoken en afbreken en verdachtmakingen uiten De Heer vaa Mierlo vraagt of hij geen aanmerkingen heeft gemaakt op het geval Aartsen met Goevers Is het niet waar, dat de Voor zitter de Wethouders wat op de mouw heeft gespeld en heeft de Voorzitter niet eennota overgelegd, die niet op waarheid berustte. Spreker is van oordeel, dat de Voorzitter hem, spreker, niet op zijn verantwoordelijkheid behoeft te wijzen. Spreker zegt, dat door den Voorzitter is beweerd, dat de Commissaris der Koningin tegen de wijziging der vermakelijkheidsbelasting was De Voorzitter zegt, dat hij in zake de Vermakelijkheidsbelasting heeft gehandeld, zooals hij meende, dat in het belang der gemeen- te gehandeld moet worden. De Commissaris der Koningin heeft dat i inderdaad gezegd t De Heer Van Mierlo merkt op, dat een autoriteit, die in een be- paalde kwestie later een beslissing moet nemen, daaromtrent te voren geen uitspraak doet De Voorzitter zegt, dat de Commissaris der Koningin het verdwij- wen der wielerbaan als een ramp zou beschouwen. De Heer van Mierlo is van oordeel, dat de gemeente door de schuld t van den Voorzitter in den modder zit. Wat in de gemeente is ver- beterd, is geschied ondanks de Voorzitter De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 206