Verg. 31 Maart 193^.
De heer BRINKERHOF wil "bij dit verslag enkele
onderwerpen bespreken en wel de veelsmjdige over
tredingen ten aanzien van het rijwielverbod bij de
openbare school. Spreker is blij, dat de commissie
hier ook eens de aandacht op vestigt en noemt deze
overtredingen een slecht voorbeeld voor de jeugd.
Spreker hoopt, dat Burgemeester en Wethouders rekening
zullen houden met de wenschen der commissie.
De VOORZITTER zegt, dat hij de politie opdracht
heeft gegeven er een proces-verbaal te maken. Wanneer
dan geen veroordeeling volgt, kan men de borden daar
weg doen.
De heer VAN MIERLO merkt op, dat het een erfdienst
baarheid is van het patronaat.
De heer VAN GESTEL is het er niet mee eBns, dat de
erfdienstbaarheid te niet gaat door het plaatsen van
borden.
De heer SAVENIJE meentdat de zaak zoo opgelost is
wanneer er cle borden weggaan.
De heer L0;, '..KEER vindt het verkeerd, dat door de
commissie va.a o-nooltoezicht hierop gewezen wordt. Dit
had eerst moeten uitgaan van de hoofden der scholen,
welke door kinderen worden bezocht, die daar door
fietsen.
De heer BRINKERHOF hoopt, dat, naar aanleiding van
zijn vraag, de Voorzitter er een eind aan zal maken.
Spreker wijst verder op de samenvoeging der scholen
in Ulvenhout en het geneeskundig schooltoezicht. Hij
hoopt, dat dit zijn beslag zal krijgen.
Motie Onder punt g der ingekomen stukken is in
bestri.ifling het prae-advies vermeld de motie van de
werkloosheid. Werkcommissie uit de Moderne Arbeidersbe
weging voor de bestrijding van de werk
loosheid in Noord-Brabant.
De heer BRINKERHOF hoopt, dat de Raad de motie zoo
maar niet zonder meer zal neerleggen.. Wanneer de ver
laging door den Minister zal worden bewerkstelligd,
hoopt spreker, dat de Raad er zich tegen zal verzetten
Vergoeding Wat betreft punt c der ingekomen stukken
Raadsleden. zegt de heer VAN GESTEL, dat het hem spijt
dat Gedeputeerde Staten zoo weinig waar
deering hebben voor het werk der Raadsleden. Spreker
had liever gezien, dat Gedeputeerde Staten het besluit
hadden aanvaard.
De heer BRINKERHOF wijst £iei op de onmogelijkheid,
dat een arbeider lid vai),den Raad kan zijn. Twee ver
gaderingen gehouden op een dag gelden nu voor een.
Spreker kan geen genoegen nemen met het besluit van
Gedeputeerde Staten. Hij kan zich niet voorstellen,
dat het de bedoeling van den wetgever is, dat een deel
der inwuners van het raadslidmaatschap wordt uitgeslo
ten, Hij zou het besluit ter vernietiging voorgedragen
willen zien,