te leggen. Door den heer H. VAN OPSTAL wordt vervolgens in handen van den Voorzitter den "bij de wet voorge schreven zuiveringseed en daarna den hij de wet voorgeschreven ambtseed afgelegd. De VOORZITTER wenscht den heer Van Opstal geluk met zijn Raadslidmaatschap. Spreker begrijpt, dat de heer Van Opstal als Ginnekenaar van ouds, gaar ne zal willen meewerken om de belangen der gemeente te dienen. De naam Van Ops&al bestaat, zoolang als Ginneken bestaat. Spreker hoopt, dat de heer Van Opstal zal kunnen werkzaam zijn in het belang van deze gemeente. De heer VAN OPSTAL dankt den Voorzitter voor zijn hartelijke woorden. Spreker heeft Ginneken zien groeien van 5000 tot 1^000 zielen. Hij wil graag helpen om ook de belangen van de arbeiders, boeren en middenstanders en van alle ingezetenen te bevor deren. De VOORZITTER dankt hierna voor gelukwenschen, die hij bij de jaarwisseling van al de Raadsleden heeft mogen ontvangen, Hij heeft die attentie zeer op prijs gesteld. Spreker wenscht den Raadsleden nogmaals weder- keerig het beste toe zoowel in hun arbeid voor de ge meente als ten aanzien hunner gezinnen. Hij hoopt, dat Gtds zegen op hun arbeid moge rusten. De heer ROPS dankt als oudste in jaren der Raads leden den Voorzitter voor zijn wenschen en spasekt wederkeerig den wensch uit, dat het den Voorzitter en de zijnen goed moge gaan. Notulen. De VOORZITTER Biengt hierna aan de orde de behandeling van de notulen der openbare vergadering van 21 en 22 December 1933> welke voor de leden ter inzage hebben gelegen en vraagt of een der leden daartegen bemerkingen heeft. De heer SAVENIJE zegt, dat op de keerzijde van bladzijde 56 der notulen is vermeld, dat door hem is gevraagd of geen verordeningen zijn gemaakt in verband met de bestrating der Ceintuurlaan. Gevraagd is, of daarmede geen vorderingen zijn gemaakt. De heer BRINKERHOF zegt, dat op bladzijde 35 voor zijde der notulen is vermeld, dat spreker de manier van bedeelen niet juist acht. Er is echter niet bij vermeld, dat door hem het verzoek naar voren is ge bracht, dat de behoeftigen meer in geldelijken steun zouden worden gebracht en om de armbesturen daarmee in kennis te stellen. Op bladzijde 28 keerzijde onder volgnummer 16 is vermeld, dat door den heer Kessel is gevraagd of de termijn van een half jaar niet te lang is ais opzeg gingstermijn voor de werkvrouw ten gemeentehuize. De heer KESSEL zegt, dat, 'fat daar staat, door hem niet is gezegd. £e

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 2