Verg. 51 Maart 195^.
lang genoeg. Op de vraag van Schouten om een ont-
slagbewijs gaf Aart sen ten antwoord: ga maar stem
pelen.
Toen Schouten zich Maandag, 19 Februari, bij
den heer de Jong aanmeldde, kreeg hij een formu-
liet, hetwelk door Aart sen moest worden ingevuld.
Aartsen heeft dit zelf aan de Jong gegeven, om
dat hij aan Schouten niet wilde mededeelen, om
welke reden hij was ontslagen. De Jong heeft
Schouten die verklaring laten lezen, welke luidde:
wegens traagheid en niet voldoen aan de bevelen.
Óver traagheid kan Aartsen niet oordeelerfj
want hij heeft hem nooit nagegaan.
Het niet opvolgen van bevelen slaat op de
Ploegstxaat en de oude school.
Welnu voor de Ploegstraat is daas de heer
Pijnappel als geuige en voor de oude school de
heeren Loerakker en Pan&s.
Spreker vraagt nog, waarom Schouten niet op
de gemeentereiniging mocht komen en waarom hij
bij den heer Verlegh zijn wagen moest wegzetten.
Spreker wijst vervolgens nog op het groote
gezin van Schouten, die zoo maar plotseling
ontslag heeft gekregen en op de zwarte armoede,
welke dientengevolge in zijn gezin wordt geleden.
Samenvattende moet spreker ten aanzien van
Aartsen het navolgende constateeren:
le. Misprijzing van een besluit van Burgemeester
en Wethouders in dezen vorm, dat hij door
zijn gedragingen te kennen geeft geen genoegen
te nemen met een hem toegewezen werkman;
2e. Verkeerde voorlichting aan Burgemeester en
Wethouders, waardoor deze een onrechtvaardig
besluit nemen;
3e. Tekortkoming in zi jn taak door onvoldoende
toezicht en tetaal gemis aan leiding;
^e. Uiten van beschuldigingen, welke hij niet
heeft kunnen corjrstateeren, traagheid en
welke niet waar zijn.
Spreker komt derhalve tot de conclusie, dat
deze ambtenaar onbetrouwbaar schijnt en voor
deze handelingen zeker een reprimande verdient.
Spreker ^qet verder het voorstel aan Schouten
ten minste een week loon uit te keeren. Hij
wijst in dit verband ook op artikel 59 van het
werkliedenreglement. Er is geen schriftelijk
arbeidsovereenkomst uitgereikt. De man mag niet
achterstaan bij werknemers in het particulier
bedrijf.
De VOORZITTER zegt, dat hij ook den betrokken
ambtenaar een rustigen Paschen zou hebben toege
dacht. Om hem onbetrouwbaar te noemen, moeten er
meer gegegens vaststaan. Er zijn nooit feiten ge
constateerd. Aan verdachtmakingen staat iedereen
bloot. Er zijn nooit feiten geconstateerd, waar-